Geen onderdeel van een categorie
Yin Tang betekent Zegel hal,
de hal in de schedel waar de Geest huist. Yin Tang ligt midden tussen de wenkbrauwen. Het is een extra punt wat ook in verband wordt gebracht met het derde oog wat weer overeenkomt met het zesde chakra, voorhoofdschakra of Ajna genoemd. Anja wat oorspronkelijk waarnemen betekende of later besturen. Als we het vermogen tot waarnemen op dit gebied leren ontwikkelen, kunnen we meer richting geven aan ons leven doordat we de inhoud van onze visualisaties projecteren.
Steekwoorden die bij het zesde Chakra horen zijn waarnemen, licht, kleur, intuïtie, visualisatie, verbeeldingskracht, helderziendheid. De bijbehorende klier is de pijnappelklier welke een rustgevend effect geeft op het zenuwstelsel. Deze wordt ook wel zetel van de ziel genoemd.
Het is het weten, waarnemen en besturen. Bij het slecht functioneren van het zesde chakra kunnen er klachten ontstaan zoals, o.a. hoofdpijn, nachtmerries, vermoeide ogen en onscherpe waarnemingen of gebrek aan helderheid.
Het derde oog brengt ons extra inzicht, zoals het tussen de regels door lezen vaak een extra dimensie toevoegt aan wat er geschreven staat. Yin Tang is een punt wat de geest kalmeert. Vaak als dit punt aangeprikt wordt geeft men aan dat er een heldere frisse kijk op het leven wordt ervaren.
Geen onderdeel van een categorie
Het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) is de meest voorkomende chronische darmaandoening.Geschat wordt dat 5-20% van de Nederlands last heeft van PDS. PDS komt ongeveer 2x zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen.
Patiënten met PDS hebben regelmatig terugkerende buikpijn en/of problemen met de ontlasting.
De klachten en intensiteit van de klachten varieren per persoon. Het kenmerkende symptoom van PDS is zeurende, krampende of stekende buikpijn. Deze pijn kan zeer hevig zijn en vermindert bij sommige patiënten na de stoelgang of na het laten van een wind. Ook de problemen met de ontlasting zijn voor iedere patiënt anders: sommige patiënten hebben last van verstopping; andere patiënten hebben last van diarree. Een ontlastingspatroon waarbij verstopping en diarree elkaar afwisselen komt ook vaak voor.
PDS gaat vaak gepaard met andere (darm)klachten:
• gasvorming
• winderigheid
• een opgeblazen gevoel
• een opgezette buik
• zuurbranden
• slikklachten
• een brok in de keel
• vermoeidheid
• spierpijn
• rugpijn
• hoofdpijn
• problemen met plassen
• onregelmatige menstruatie
• pijn bij of na seksuele gemeenschap
Het gaat hier niet om onbenullige terugkerende darmklachten: het prikkelbaredarmsyndroom vermindert de kwaliteit van leven drastisch en verhoogt de kans op ziekteverzuim. Patiënten met PDS ervaren de gemiddelde kwaliteit van leven van 0,7 op een schaal van 0 tot 1 (waarbij 0 de score bij overlijden is, 1 de score bij volledige gezondheid). Deze score is vergelijkbaar met de kwaliteit van leven bij COPD (verzamelnaam voor o.a. de longziekten chronische bronchitis en longemfyseem) en dikkedarmkanker. Tevens is de hoeveelheid ziekteverzuim door PDS hoger dan het ziekteverzuim door griep.
Wat PDS precies veroorzaakt is onduidelijk. Momenteel wordt aangenomen dat onderstaande aspecten een rol spelen bij het ontstaan van PDS:
• een verhoogde gevoeligheid van de darmen
• veranderde beweging en doorstroming van de darmen
• psychosociale factoren
Medici vermoeden dat patiënten met PDS gevoeliger zijn voor pijn, dat ongerustheid de klachten verergert en dat de darmklachten mogelijk veroorzaakt worden door (langdurige) stressvolle situaties.
De diagnose PDS wordt gesteld als andere aandoeningen uitgesloten worden en als:
• de patiënt de afgelopen 3 maanden minimaal 3 dagen per maand buikpijn of een ongemakkelijk gevoel in de buik heeft gehad én de klachten 6 maanden voor het stellen van de diagnose begonnen zijn
• er sprake is van minimaal 2 van onderstaande criteria
• de klachten verminderen na een succesvolle stoelgang
• de klachten hangen samen met veranderingen in de frequentie van de stoelgang
• de klachten hangen samen met veranderingen in consistentie van de ontlasting
De behandelmogelijkheden van PDS in de reguliere gezondheidszorg zijn zeer beperkt. Het optimaliseren van de voeding en levensstijl (waar nodig aanpassingen doorvoeren in het voedingspatroon, verminderen van stress, niet overbodig bezorgd zijn over de PDS-klachten, extra lichaamsbeweging) en het slikken van pijnstillers behoren tot mogelijkheden in de reguliere zorg.
Er is geen afdoend onderzoek gedaan naar de effectiviteit van leefstijl- en voedingsadviezen bij PDS. PDS-patiënten krijgen de standaardadviezen voor een evenwichtig voedingspatroon en levensstijl. De huisarts kan patiënten met PDS eventueel verwijzen naar een dietist voor individueel advies of naar een psycholoog met de hoop dat de patiënt “via de psychologische weg de klachten kan leren te beïnvloeden”.
Er zijn echter wel veel overtuigende onderzoeksresultaten beschikbaar over het effect van acupunctuur, individuele kruiden en complexe kruidenformules op PDS-klachten.