Geen onderdeel van een categorie

De tijger ontwaakt ! PTSS

Afwijkingen in de hypothalamus-hypofysebijnieras bij een posttraumatische stressstoornis

Bij een traumatische ervaring zal het organisme trachten om te gaan met de extreme stress en daarbij verdedigingsmechanismen mobiliseren. De hypothalamus-hypofyse-bijnieras (hhb-as) behoort tot de belangrijkste systemen die hierbij betrokken zijn. In de laatste decennia is op dit gebied in toenemende mate onderzoek gedaan bij groepen getraumatiseerden die respectievelijk wel en niet lijden aan een posttraumatische stress-stoornis (ptss). De disregulatie van het terugkoppelingssysteem van de hhb-as lijkt een belangrijke rol te spelen bij de ptss. Anders dan bij patiënten met een depressieve stoornis, vertonen ptss-patiënten gemiddeld een lagere cortisolexcretie in de vierentwintiguursurine en een hypersuppressie van cortisol bij de dexamethasonsuppressietest. Traumatische ervaringen kunnen leiden tot een significante verhoging van het aantal glucocorticoïdreceptoren. Echter, slechts getraumatiseerden met een ptss vertonen een verhoogde sensitiviteit van de hhb-as. Een posttraumatische stress-stoornis (ptss) kan ontstaan bij mensen die zijn blootgesteld aan een extreem stressvolle (traumatische) gebeurtenis. Slechts een minderheid van de getraumatiseerden ontwikkelt een ptss . Volgens classificatiecriteria van de dsm-iv wordt gesproken van een ptss indien een traumatische gebeurtenis leidt tot het ontwikkelen van de volgende drie symptomen: voortdurende herbeleving van de traumatische gebeurtenis; aanhoudende vermijding van de prikkels die bij het trauma behoren; aanhoudende symptomen van een verhoogde prikkelbaarheid. Deze symptomen verwijzen naar ingrijpende veranderingen op biologisch, intrapsychisch en interpersoonlijk niveau. Op biologisch niveau zal een traumatische ervaring gepaard gaan met het vrijkomen van onder meer catecholaminen, serotonine, endogene opioïden en hormonen van de hypothalamus-hypofysebijnieras (hhb-as). Deze hormonen en neurotransmitters helpen het organisme de benodigde energie te mobiliseren voor een adequate omgang met stress. In een goed functionerend organisme veroorzaakt stress een snelle en adequate respons. Chronische stress doet de effectiviteit van de stressrespons veranderen. Over de specifieke rol die de verschillende hormonen en neurotransmitters bij de stressrespons spelen is nog niet veel bekend. In het endocrinologische netwerk is sprake van een voortdurende onderlinge beïnvloeding en afstemming, waardoor geen actie op zichzelf staat. De interactie tussen catecholaminen (noradrenaline, adrenaline) en de hormonen van de hhb-as is niet geheel opgehelderd. Noradrenerge projectie vanuit de locus coeruleus naar andere delen van het centraal zenuwstelsel, in het bijzonder de neocortex en het limbische systeem, lijkt van belang. Noradrenaline speelt een rol in geheugenprocessen en in vecht- of vluchtgedrag. Het is bekend dat de stressoren die noradrenaline activeren de concentratie van corticotropin-releasing hormone (crh) in de locus coeruleus verhogen. Gedurende de laatste decennia is in toenemende mate de rol van cortisol bij de stressrespons onderzocht. Verschillende onderzoekers hebben bij ptss-patiënten herhaaldelijk een verlaagde serumcortisolconcentratie gevonden. Dit lijkt het gevolg te zijn van een verandering op het niveau van de hhb-as, waarbij het toegenomen aantal glucocorticoïdreceptoren een essentiële rol speelt.

Waarom krijgt de een wel een PTSS en de ander niet?

De hechtingstheorie van John Bowlby beschreven.

John Bowlby is een Britse kinderpsychiater en grondlegger van de hechtingstheorie. Volgens Blowlby is het ontbreken van moederliefde net zo schadelijk voor de geest van het kind als een ernstige ziekte. Bowlby meende dat de hoeveelheid waarin een kind veilig gehecht was met een opvoeder, sterke invloed heeft op het kind zijn zelfvertrouwen en het vertrouwen in een ander in tijden van nood. Attachment ook wel hechting genoemd, is een relatie duurzaam affectieve relatie tussen kind en een of meerdere personen waarmee het kind regelmatig contact heeft. Een kind die aan een opvoeder gehecht is, zal in tijden van nood, verdriet, pijn en angst zo dicht mogelijk bij de opvoeder blijven en niet van haar zijde weggaan. Wanneer zijn opvoeder/hechtingsfiguur er niet is zal het protesteren. Als de opvoeder weer komt zal het zich aan haar vastklampen of juist negeren. Het ontbreken van een hechtingsrelatie kan grote gevolgen hebben voor de geestelijke gezondheid van het kind. Het ontbreken van een hechtingsrelatie kan schade aanbrengen aan het vertrouwen op mensen in tijden van nood en het zelfvertrouwen en het ontbreken van schuldbesef.

Dat een goede band tussen ouders, verzorgers en hun kind belangrijk is wordt door niemand betwijfeld. Veel van het psychisch welzijn, de geestelijke gezondheid en het latere sociale leven hangt af van een goede hechting. De eerste hechting is die, direct na de geboorte, tussen moeder en kind. Kinderen die niet veilig gehecht zijn aan hun ouders neigen naar onzekerheid en hebben moeite met het aangaan van relaties. Ook zijn zij vaker boos op ‘de wereld’. Hechting is de emotionele verbinding tussen om het even welke twee mensen. De eerste hechting is die direct na de geboorte tussen moeder en kind.

Er zijn 4 fasen van hechting die in min of meer vaste perioden verlopen. Dit zijn de eerste 3 maanden, de periode daarna tot 6 maanden gevolgd door een fase tussen de 6 en 8 maanden en tot slot in de tijd tot het 3e jaar. De eerste van de drie ingrediënten van hechting is de fysieke band die bestaat uit een overvloed van aanraking en oogcontact. Dingen zoals een zuigeling wiegen tijdens het voeden, het knuffelen met een peuter voor het slapengaan en het koesteren van een tiener verhogen de betekenis van fysieke verbinding. Dit geldt vooral als de aanraking en mét oogcontact dagelijks en gedurende de hele kindertijd gebeurt. Het tweede ingrediënt is de emotionele band. Een kind krijgt meer zelfvertrouwen als zijn ouders hem emotioneel steunen. De zuigeling voelt de betrokkenheid van een ouder als die reageert op zijn geschreeuw of als de ouder merkbaar meegeniet van een nieuwe ontdekkingen door zijn of haar baby. De emotionele band tussen kinderen en hun verzorgers wint aan kwaliteit als de ouders met de gevoelens van hun kind meeleven en als zij het kind verzorgen en bevestigen in zijn emoties. Zelfs discipline, zij het met vriendelijkheid, kan de hechting bevorderen. Tot slot hebben de kinderen voor een goede hechting een milieu nodig dat veiligheid garandeert en voorspelbaar is. Het kind moet erop kunnen rekenen dat als hij zijn emoties niet meer de baas is zijn ouder rustig blijft en hem zal kalmeren. Diezelfde zekerheid biedt een voorspelbaar programma met heldere grenzen en voorspelbare ouderlijke reacties.

Deze hechting is veruit de belangrijkste omdat die het prototype is voor alle latere verhoudingen. Kinderen die zich veilig voelen in vroege verhoudingen met hun ouders plukken daarvan later de vruchten. Zij ontwikkelen gezonde en stabiele relaties, voelen zich zelfverzekerd en vertrouwen anderen. Zij kunnen de problemen van het leven goed aan en hebben veel invoelingsvermogen.

Heb jij PTSS of denk je die te hebben. Een goeie tip is om het boek “De tijger ontwaakt” te lezen van Peter A. Levine.

 

Acupunctuur kan je helpen !

wave

Please follow and like us: